Een decoratieve stijl/kunststroming waarvan de bloeitijd lag tussen 1880 en 1914. Eigenlijk zegt de naam het al, Art Nouveau, of wel "Nieuwe Kunst". Ontstaan als reactie op het (vormvervagende) impressionisme en "neostijlen" [vroegere stijlen die werden geïmiteerd]. Geïnspireerd door de "Arts en Crafts" beweging uit Engeland, wilden ze een geheel nieuwe kunstvorm scheppen.
Ze wilden kunst een onderdeel maken van het dagelijks leven. Hierdoor kwam Art Nouveau vooral tot uiting in dagelijkse gebruiksvoorwerpen (zoals glas, aardewerk, sieraden, meubels, verlichting etc.), architectuur en schilderkunst.
De term Art Nouveau blijft over het algemeen voorbehouden aan België en Frankrijk, terwijl Jugendstil meer wordt gekoppeld aan Oostenrijk en Duitsland. In Nederland worden beide aanduidingen door elkaar gebruikt. De letterlijke vertaling "Nieuwe Kunst" wordt in Nederland ook wel gebruikt om Nederlandse ontwerpen uit deze periode te omschrijven.
Benamingen voor andere regionale varianten zijn de Oostenrijkse "Secession", de Engelse "Modern Style" of "Liberty Style", het Catalaanse "Modernisme" en de Russische "Stil Modern".
Jugendstil ontleent zijn naam aan het weekblad "Die Jugend", dat in 1896 in München werd uitgegeven. Art Nouveau ontleent haar naam aan de Parijse galerie "L'Art Nouveau" van de invloedrijke kunsthandelaar Siegfried Bing.
Daarnaast wordt ook wel eens gesproken van slaolie-stijl. Deze term is terug te leiden op een reclameontwerp van de Nederlandsche Oliefabrieken Calvé-Delft voor "Delftsche slaolie". Dit was één van de eerste uitingen van Nederlandse Art Nouveau, gemaakt door Jan Toorop.
Een paar grote namen (nee, lang niet uitputtend...):
Gustav Klimt, Victor Horta, Henry Van de Velde, Charles Rennie Mackintosh, Alphonse Mucha, Jan Toorop, René Lalique, Émile Gallé, Antoni Gaudí and Louis Comfort Tiffany.
Kenmerken van Art Nouveau
Deze kenmerken zijn ook vaak goed terug te vinden in lampen uit deze periode.